Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Conscĭentĭa

betekenis & definitie

I. ae, f. het kennis dragen van iets, medeweten, medeplichtigheid, c. gen. subi., omnium horum, Cic., c. gen. obi., eiusmodi facinorum, Cic., in het verband ook absol., conscientiae contagio, Cic.

II. ae, f. bewustzijn, volle kennis,

a. in ’t alg., c. gen. obi., virium nostrarum, Liv., in het verband absol., nostra stabilis conscientia, zelfbewustzijn, Cic.
b. bewustzijn van morele eigenschappen enz., c. gen. obi., virtutis et vitiorum, Cic., bene actae vitae, Cic., peccatorum, Cic. (dikwijls met de genetivus samen door „goed of kwaad geweten” te vertalen); met de c. abl., ex nulla conscientia de culpa, in het bewustzijn mijner onschuld, Sall.: met volgend ne en coni. = de door schuldbewustzijn veroorzaakte vrees, dat enz., Tac. | in ’t bijz., het geweten, c. gen. subi., optimae mentis, Cic., animi (gewl. van het kwade geweten), Cic., plur., conscientiae animi, kloppingen van het kwade geweten, Cic.; c. adi., praeclara, Cic., recta, Cic., mala, Sall.; absol., zowel van het goede als van het kwade geweten.

< >