Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Concursŭs

betekenis & definitie

1. ūs, m. het samenlopen, oploop. | het samenstromen, samenvloeiing; hulp, medewerking, honestissimorum studiorum, Cic.

2. ūs, m. het samentreffen, elkaar ontmoeten, (verenigend) corpusculorum, der atomen, Cic., verborum, Cic. | praegn., het tegen elkaar inlopen of -rennen, het tegen elkaar stoten; (toevallig) caeli (van de donder), Ov., navium, Caes.; (opzettelijk en vijandelijk) het treffen, het op elkaar inrennen, aanval; overdr., het aanstormen of losbarsten, calamitatum, Cic., occupationum, Cic.

< >