Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Concĭno

betekenis & definitie

cĭnŭi, centum (3);

1. intr., te gelijk -, eenstemmig -, harmonisch zingen of klinken, tragoedo pronuntianti, met de fluit begeleiden, Suet.; (van muziekinstrumenten) te zamen klinken, - weerklinken, - invallen, concinunt signa, men blaast tot de aanval, Caes., Liv. | overdr., met iets instemmen; in ‘t alg., overeenstemmen, harmoniëren.
2. trans., iets eenstemmig -, harmonisch doen klinken, aanstemmen, aanheffen. | vand., (van dichters) bezingen, in zijn lied prijzen; (van voorspellende vogels) verkondigen.

< >