1. üs, m.het komen en gaan, verkeer, toegang.
2. üs, m.meton., verlof, vooral van krijgslieden, in commeatu esse, verlof hebben, Liv. | trein, konvooi, karavaan, transport, lading, zending (te land en te water); toevoer van allerlei soort, vooral levensmiddelen, proviand.