Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Cŏlumna

betekenis & definitie

ae, f. zuil, pilaar, columna Maenia (Menia) en alleen columna, de schandzuil op het forum Romanum, bij welke dieven en slechte betalers gevonnist en gestraft werden, Cic., columna rostrata, de zuil met de scheepssnebben ter ere van Duilius opgericht, Quint., columnae = de pilaren (zuilen), waarbij de boekhandelaars hun waar te koop boden, Hor.; als plaatsbepaling, columnae Herculis = de straat van Gibraltar, ook = de Sont (tussen Denemarken en Zweden), Tac., poët., columnae Protei = de grenzen van Aegypte, Verg.; fig., zuil, steunpilaar (van Augustus gezegd). | overdr., b.v. van een waterhoos.

< >