Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 20-02-2022

Cĭtĭum

betekenis & definitie

ĭi, n.

1. een der negen oude hoofdsteden van Cyprus, geboorteplaats van de Stoïcijn Zeno.

Daarv. Cĭtĭensis, e, uit Citium, een Citienser; Cĭtĭēus, Citiëisch, uit Citium; plur. subst., Cĭtĭēi, ōrum, m. de inwoners van Citium, Citieërs; Cĭtĭeus, ĕi, m. uit C., b.v. Zeno.

2. stad in Macedonië.

< >