Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Circus

betekenis & definitie

m. cirkel, kring, candens, melkweg, Cic. poët. | een renbaan voor paard en wagen, in ’t bijz. circus maximus en gewl. alleen circus, de door Tarquinius Superbus tussen de Palatijnse en de Aventijnse heuvel aangelegde renbaan; circus Flaminius, buiten de stad, in de vroeger prata Flaminia genoemde streek.

< >