Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Candĭdus

betekenis & definitie

1. eig., schitterend-, blinkend -, verblindend wit, blank, ook vlekkeloos in ’t alg., populus, zilverpopulier, Verg., avis, ooievaar, Verg. | poët. meton., (van de wind) helder makend, de wolken verdrijvend, zuiverend; = candidatus, in het wit gekleed; candida sententia, goedkeurend, instemmend, Ov.

2. overdr., (van de stem) zuiver, helder; (van rede en redenaar) ongekunsteld, eenvoudig, helder; (van karakter) rein, zuiver, oprecht, eerlijk, rechtschapen; (van levensomstandigheden) opgeruimd, vrolijk, gunstig, gelukkig.

< >