Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Ăventīnus

betekenis & definitie

i, m. en Ăventīnum, i, n. de Aventijnse berg, de Aventinus, een der zeven heuvels van Rome. Daarv.

Aventīnensis, e, Aventinensisch ; Aventīnus, Aventijns, iugum, de Aventijnse berg, Ov., Diana, daar deze op die berg een oude, zeer beroemde tempel had, Prop.

< >