Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Ăthămās

betekenis & definitie

mantis, m. zoon van Aeolus, vader van Phrixus en Helle bij Nephele, van Melicertes en Learchus bij Ino. Daarv.

Athămantēus, Athamanteïsch; Athămantĭădēs, ae, m. de Athamantiadē (d. i. zoon van Athamas) = Palaemon (Melicertes); Athămantis, ĭdos, f. de Athamantide (d.i. dochter van Athamas) = Helle.

< >