Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Assuesco

betekenis & definitie

(adsuesco), suēvi, suētum (3),

1. trans., aan iets gewennen.
2. intr., zich aan iets gewennen, gewoon worden, zich eigen maken; perf. assuevi = ik heb mij aan iets gewend, ik ben gewoon, Cic..; part. perf. pass., assuetus, Cic. (ook in de compar. assuetior, Liv.) = aan iets gewend, iets gewoon. | in ’t bijz., zich aan iemd gewennen, zijn omgang liefkrijgen.

< >