Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Ăn

betekenis & definitie

coni., leidt het tweede lid van een disjunctieve zin in, en wel:

1. van een twijfel uitdrukkende zin, = of, dan wel of, desinite dubitare, utrum ... an, Cic., honestumne factu sit an turpe, dubitant, Cic. | zonder dat een uitdrukking van twijfel voorafgaat, of, of wellicht, Cn. Octavius est, an Cn. Cornelius quidam, Cic. | vand. dubito an, haud scio an, nescio an, ik twijfel, ik weet niet, of niet, d. i. ik denk wel, ik vermoed, dat enz.; ook dubitem of dubitaverim an, haud sciam an etc., ik zou bijna geloven, vermoeden, dat enz.; vand. dikwijls = wellicht, toch wel, vermoedelijk, waarschijnlijk, dubito an hunc primum omnium ponam, Nep., en zo met een ontkenning, haud scio an non possis, ge zult wel niet kunnen, Cic. | bij dichters en na Augustus bij prozaschrijvers = num, of, dubito an idem tibi quod tunc mihi suadeam, Plin. ep.; vooral nescio an = ik geloof niet recht, dat enz., wellicht niet, b.v. nescio an tibi gratius acciderit, Caecin. bij Cic., an profecturus sim, nescio, Sen.
2. van een dubbele vraag, = of, en wel: van een directe, utrum ea vestra an nostra culpa est? Cic. | van een indirecte, inter quos magna fuit contentio, utrum ... an, Nep.; zonder vragende partikel in het eerste lid, deliberatur, incendi placeret, an defendi; zonder eerste lid, of, soms, of soms, quid ad se venirent? an speculandi causa? Caes., sed quid Curio? an illam orationem non legit? Cic. | bij schrijvers na Augustus = num, of, b.v. consuluit (vroeg), an etc., Curt.

< >