Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Ămoenus

betekenis & definitie

behoorlijk, liefelijk, van plaatsen, en zo subst., amoena, ōrum, n. liefelijke, bekoorlijke streken, Tac., Quint.; van andere zaken, in ’t alg. aangenaam voor de zinnen, bekoorlijk, innemend, cultus amoenior, te elegante kleding (van een Vestaalse maagd), Liv.

< >