ōris, m. vader van Cadmus, stamvader van Dido en zo ook van de Phoeniciërs (Carthagers), koning van Phoenicië.
Daarv. Agēnŏrĕus, tot A. behorende, Agenoreïsch, verder ook = Phoenicisch, Carthaags; Agēnŏrĭdēs, ae, m. mannelijke nakomeling van Agenor, Agenoride.