Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Aestās

betekenis & definitie

ātis, f. zomer; in ruimere zin, de lente, en de eigenlijke zomer (tegenover hiems), vand. (daar dit de geschikte tijd was voor veldtochten en voor het verblijf in badplaatsen) = veldtocht, badseizoen, ook = jaar. | poët., zomerlucht, -weer, -hitte.

< >