1. (van oppervlakte) gelijk, effen.
2. (van gestalte enz.) gelijk, geëvenredigd, overeenstemmend. | even oud, van gelijke jaren; subst., iemd van dezelfde leeftijd, vriend (vriendin) uit iemds jeugd, speelkameraad. | gelijktijdig; subst. tijdgenoot (-genote). | civis, een gelijke positie (als de overige burgers) in de staat innemend, Vell.; evenredig, gelijkvormig, gelijkmatig; zich zelf gelijk blijvend, consequent.