Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Accēdo

betekenis & definitie

cessi, cessum (3), nader treden, - komen, naderen, febris accedit, komt op, Cic.; als smekeling zich tot iemd wenden; als vijand tegen iemd oprukken, iemd aanvallen. | overdr., ad amicitiam alcs, iemds vriendschap winnen, Nep., manus extrema accedit operibus, wordt gelegd aan, Cic.; zich met iets inlaten, met iets beginnen, aan iets deelnemen, ad rem publicam, zich aan de staatsdienst wijden, Cic., ad causam, (het voeren van) een proces op zich nemen, Cic., ad vectigalia, de staatsinkomsten pachten, Cic., ad bona alcs, iemds goederen in bezit nemen, Cic.; zich aansluiten bij, zich verenigen met, ad alqm, Cic., ad condiciones, Cic.; nabij komen, gaan gelijken, propius deo of ad deos, Cic.; als aanwas ergens bijkomen, huc accedit, hierbij komt nog, Cic.; toenemen, groeien; ten deel vallen, alci, Cic.

< >