in Ned. gezamenlijk uitgeoefend door Koning (in) en Stat.-Gen. Koning zendt voorstellen, na advies van Raad van State, naar 2e Kamer, vergezeld van Memorie van Toelichting.
Kamer onderzoekt ontwerp in de afdelingen (10) en zendt dan Voorlopig Verslag terug. Hierop antwoordt regering met Memorie van Antwoord. Ten slotte zendt Kamer Eindverslag in. Hierop volgt openbare behandeling, waarbij de Kamer amendementen in het ontwerp mag aanbrengen en die besloten wordt met een stemming. Het ontwerp wordt hier door 1 of meer ministers verdedigd. Wordt het voorstel aangenomen, dan gaat het naar de 1e Kamer die het op dezelfde wijze onderzoekt en behandelt, doch geen amendementen mag aanbrengen.
Is het voorstel door de ie Kamer aangenomen, dan verheft de Koningin het door Haar bekrachtiging tot wet. Ook de leden der 2e Kamer hebben het recht, voorstellen van wet bij die Kamer in te dienen. De behandeling is dan zoveel mogelijk gelijk aan die van koninklijke voorstellen, doch de verdediging in Memories van Toelichting en Antwoord, alsmede bij de openbare behandeling, geschiedt door het voorstellende Kamerlid en het advies van de Raad van State wordt pas ingewonnen na aanneming door de 1e Kamer.
