Duitse keizerlijke dynastie, ontleent naam aan kasteel Hohenzollern in Zwaben en beschouwt als stamvader Tassillon, die leefde onder Karel de Grote. Een jongere zoon uit het geslacht, Koenraad, diende onder Frederik Barbarossa en werd burggraaf ca 1170.
In 1226 splitste de familie zich in Frankische en Zwabische tak. In de Frankische lijn hielp Frederik III in 1248 Rudolf van Habsburg tot keizer kiezen, in 1346 werd burggraaf Johan II gouverneur van Brandenburg, in 1415 Frederik VI eerste keurvorst van Brandenburg. In 1701 werd keurvorst Frederik III eerste koning van Pruisen. In 1871 werd de koning van Pruisen Duits keizer (Wilhelm I). De collaterale Zwabische lijn splitste zich 1576 in Hohenzollern-Hechingen en Hohenzollern-Sigmaringen. Het voornemen om prins Leopold van Hohenzollern-Sigmaringen koning van Spanje te maken was directe oorzaak van de Frans-Pruisische (-Duitse) oorlog.
Van de laatste Hohenzollern-keizer leven nog kinderen en kleinkinderen. Uit de Zwabische lijn Hohenzollern-Sigmaringen stammen de koningen van Roemenië sedert Carol I.