De belangrijkste zijn:
1. horrelvoet, klompvoet. De binnenste voetrand is te hoog: de patiënt loopt op de buitenste voetrand. Bovendien is de voet meestal sterk naar binnen gedraaid. Komt aangeboren voor en na kinderverlamming.
2. spitsvoet. De voetpunt wijst naar beneden door een te kort been, door druk van dekens, bij patiënten, die lang plat moeten liggen.
3. platvoet. De patiënt loopt op de binnenrand en het voetgewelf is ingezonken. Oorzaak is: overmatige belasting in de jeugd, veel staande arbeid, verlammingen. Behandeling: platvoetzool, liefst naar gipsmodel. De klachten gaan hiermee meestal weg. Bij erge pijn bedrust voor een week.
4. De grote teen wijst naar buiten, hetgeen gepaard gaat met uitspringen van het gewricht tussen de grote teen en middenvoetsbeen. Oorzaak: aangeboren of door dragen van te nauwe schoenen. Behandeling: in lichte gevallen correctie door speciale schoenen. In zwaardere gevallen operatie.