K.B. van 17 Sept. 1944 (S. no. E 101).
In elk arrondissement werd een T. ingesteld. Zij bestonden grotendeels uit niet-juristen. Met ingang van 1 Juni 1948 zijn de T. opgeheven; hun taak wordt voortaan vervuld door de kantonrechters. De voornaamste gedragingen, waarop het Tribunaalbesluit van toepassing is, zijn: lidmaatschap van de N.S.B. of van andere fascistische of nationaal-socialistische organisaties, hulpverlening aan de vijand, voordeel trekken van de bezetting, het in woord of geschrift of door daden uiting geven aan sympathie met de bezetters of met het nat.-socialisme. Het T. kon geen straffen opleggen, doch slechts maatregelen: internering,* verbeurdverklaring van het vermogen, ontzetting van bepaalde rechten (kiesrecht, recht om ambten te bekleden of bij gewapende macht te dienen). Op de door het T. opgelegde maatregelen moest het fiat executie worden verleend door een „Hoge Autoriteit”. Sedert 1 Juni 1948 wordt laatstgenoemde taak vervuld door de presidenten der Gerechtshoven.
