(1), geleed uiteinde der achterste ledematen der gewervelde dieren, behalve vissen; bestaat uit kootjes. Het uiteinde van het laatste kootje draagt de nagel of klauw.
Het aantal T. is 5, kan minder zijn (paard 1);(2) (waterbouwkunde) in het algemeen onderkant van een beloop*, in het bijzonder van het buitenbeloop van een dijk*;
(3) Wilgentak.