De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Mexico (I)

betekenis & definitie

Staatsvorm: republiek.

Staatshoofd: Miguel Aleman (sedert 1946).

Oppervlakte: 1.969.365 km2.

Bevolking: 22.776.000 inw. (1946).

Vlag: groen, wit, rood (verticaal).

Wapen: een nopal (soort cactus) op een rots, waarop adelaar neerstrijkt die groene slang doodt.

Hoofdstad: Mexico (1.448.000 inw.).

Munteenheid: peso.

Godsdienst: overw. R.K.

de Verenigde Staten van Mexico, federatieve republiek in N.-Amerika. Opp. 1.969.365 km2, 22.776.000 inw. (1946). Zij omvat, behalve het schiereiland Neder-Californië, een uitgestrekte hoogvlakte, begrensd door de W. en de O. Siërra Madre, die zich ten N. van de Isthmus van Tehuantepec verenigen. Het veel kleinere gebied ten Z. van de Isthmus omvat een bergland en het lage schiereiland Yucatan. De hoogvlakte wordt door bergruggen doorkruist.

Het gebergte is vulkanisch, de vulkanen behoren tot de hoogste der aarde: Pico de Orizaba (Citlaltépetl), 5653 m, Popocatepetl, 5440 m, Iztaccihuatl, 5290 m, e.a. Het land heeft veel te lijden van aardbevingen. Het klimaat is zeer verschillend door de uitgestrektheid in N.Z.richting (i4°33'-32043' N.Br.) en de hoogteverschillen. Het Z. is tropisch. Het schiereiland Yucatan, het O.kustgebied en de centrale hoogvlakte zijn zeer droog, in het N.W. zelfs woestijnachtig. De belangrijkste rivier is de N. grensrivier Rio Grande del Norte.

De bevolking bestaat uit blanken, indianen (16 %) en mestiezen. 34 % woont in steden. Ruim 70% van de bevolking vindt zijn bestaan in landbouw en veeteelt. Mexico is zeer geschikt voor landbouw. In de tropische gebieden, de bergvalleien en het centr. plateau is veel vruchtbare grond beschikbaar. Het voornaamste gewas is mais (56 % v. d. bebouwde opp.), verder tarwe, katoen, suiker, tomaten, groenten, alles hoofdzakelijk op bevloeide velden, rijst, tabak, bonen, koffie, alfalfa, bananen. Het schiereiland Yucatan levert 50 % van de wereldproductie van sisal.

Ook de veeteelt (runderen, geiten, schapen, paarden) is van belang. Na W.O. I is Mexico het terrein geweest van ingrijpende sociale en econ. experimenten. Het grootgrondbezit werd onteigend, een zeer groot gedeelte werd verdeeld onder de dorpen als gemeenschappelijk bezit van de dorpsbewoners.

Het land is zeer rijk aan mineralen: zilver (40 % van wereldprod.), goud, steenkool, cement, zink, lood, koper. Ong. 97 % van de mijnen is in buitenlands bezit. Het belangrijkst echter zijn de rijke petroleumvelden. Zij waren in buitenlands bezit tot 1938, toen de regering de petroleumbronnen onteigende. In 1942 troffen Mexico en de Ver. Staten een regeling tot schadeloosstelling van de vroegere

< >