(Elephas primigenius), uitgestorven olifant. Kwam in de ijstijd in geweldig grote kudden voor in Midden-Europa, N.-Azië, Alaska, Canada.
Overal ook in Ned. fossiele overblijfselen (kiezen, beenderen). In de bevroren bodem van Siberië zijn M. lijken in min of meer verse toestand bewaard gebleven. Ook zijn in grotten en holen veel tekeningen van de M. gevonden. Was gewoonlijk groter dan de huidige olifant. Gedrongen gestalte, dikke, langharige vacht. Grote, sterk gebogen slagtanden.
Merkwaardig hoge schedel. In de zomer werd een vrij hoge vetbult en reservevoedsel gevormd. Leefde van planten.