(1), richting in de economische wetenschap, die vooral in Duitsland veel opgang heeft gemaakt. Week af van de klassieke school, doordat zij enerzijds de abstracte theorieën van laatstgenoemde verwierp en anderzijds, in strijd met het laisser faire, de bescherming van economisch zwakken bepleitte.
Zij is onderscheiden in een oudere H. (onder leiding van Friedrich List) en een jongere (onder leiding van Gustav Schmoller). De laatste heeft grote verdiensten voor de ontwikkeling der statistiek;(2) richting in de rechtswetenschap, reactie op de leer van het natuurrecht. H. vat het recht op als een nationaal verschijnsel, zij leert dat het burgerlijk recht van den beginne af natonaal bepaald is, evenals spraak, zede en bestuur. Stichter der H. is Hugo. Belangrijkste aanhangers: Sangny*, von Ihering*, Mommsen*.