de voorkeur van planten voor insecten, die het stuifmeel op de stampers overbrengen om de bevruchting tot stand te brengen. Vooral bijen, hommels, vlinders, vliegen en kevers.
In 1793 ontdekte Konrad Sprengel reeds het nauwe verband dat er bestaat tussen de bloemen bezoekende insecten enerzijds en de kleur en vorm der bloemen anderzijds.
