(1), hoofdstad van Nieuw Zeelandse prov. Canterbury, aan de O.kust van het Zuid-eiland, aan de Avon. 159.400 inw. (1947).
Centrum van veeteeltgebied; industrie- en handelsstad. Heeft een universiteit en is zetel van Anglicaanse bisschop;(2) stadje in Engelse graafschap Southampton, aan de monding van de Avon en de Stour aan het Kanaal. Visserij. Er is een middeleeuwse abdij.