(of bronnen), putten waarin het water een zo grote natuurlijke druk heeft, dat het boven het oppervlak ter plaatse stijgt, als gevolg van het feit dat de putten een hol gebogen, goed water doorlatende laag aanboren, gelegen tussen twee niet-doorlatende lagen. Danken hun naam aan het feit, dat zulke inrichtingen in de 12e eeuw in Artois geboord werden; ook in de Oudheid echter waren zij reeds bekend.
De benaming is niet steeds strikt toegepast, ook geboorde putten in het algemeen en in het bijzonder die, waaruit het water in een goed doorlatende laag steeg boven het niveau van een minder goed doorlatende (sub-artesisch), noemde men artesisch.