(1517-1586), Bourgondisch staatsman, kardinaal. 1538 bisschop van Atrecht. 1550 staatssecretaris en rijkszegelbewaarder. Vertrouwd raadgever van Karel V en Philips II.
Na diens vertrek naar Spanje (1559) de eigenlijke regeerder der Nederlanden, onder de landvoogdes Margaretha van Parma. Werd 1561 aartsbisschop van Mechelen en kardinaal. Het verzet van de Nederlandse hoge adel tegen zijn overheersende invloed noopte Philips II hem in 1564 te laten gaan. Was 1571-’75 onderkoning van Napels, sinds 1579 te Madrid als raadgever des konings.