Tweeslachtige dieren, behoren tot de Gewervelde dieren*. Naakte huid, rijk aan klieren.
Uit de eieren, die meestal in het water afgezet worden, ontwikkelen zich larven, die met kieuwen* ademen. Na gedaanteverwisseling* ademen de dieren door de longen. Men kent nog 3 soorten A.:1. staartloze (Kikker*, Pad*);
2. met staart (Salamander*);
3. wormsalamanders* (tropische soort, zonder poten).
De dieren kunnen zowel op het land als in het water leven, vandaar de (uit het Grieks afkomstige) naam.