Japanse hoge ambtenaar, rijksbestuurder, generalissimus. In de periode 1192-1868 waren niet de keizers, maar de sjogoens de feitelijke heersers over Japan.
Zij beschermden en bevorderden de kunsten, zie oostaziatische kunst – lakkunst;
zie oostaziatische kunst - Japan – 15e eeuw;
zie oostaziatische kunst – Japan – 16e eeuw;
zie oostaziatische kunst – Japan – 18e eeuw.
