term in 1961 geïntroduceerd door de kunstcriticus Greenberg als titel van een tentoonstelling die door hem was georganiseerd. Kenmerken: kleur, openheid van compositie en/of lineaire helderheid.
Vaak laat men stukken doek onbeschilderd waardoor ze een integrerend deel van de compositie vormen, zie twintigste eeuw – tweede helft – schilderkunst – Amerika; zie schilderkunst – kleur – vorm.