Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

Lithografie (steendruk)

betekenis & definitie

In 1798 door A. Senefelder uitgevonden mechanische vlakdruk met behulp van een Solenhofense kalksteen, die de eigenschap heeft water en vet op te nemen.

De tekening wordt met vetkrijt of met een touche op de grof of fijn gegreinde steen gebracht. Is de tekening gereed en door etsen of zuren op de steen geprepareerd, waarbij het etspreparaat bepaalde chemische bestanddelen aan de blank gelaten delen heeft onttrokken, waardoor deze dan wel water maar geen drukinkt opneemt, dan wordt er met een rol de drukinkt opgebracht, die slechts pakt waar de tekening vet is, dus de lijnen van de tekening. In de pers wordt nu op een vochtig vel plaatdrukpapier een afdruk gemaakt, die het spiegelbeeld weergeeft van het oorspronkelijk getekende stuk. Deze techniek werd eerst door schilders uit München toegepast. Eerst van betekenis waren de litho’s van Schadow, Menzei en Schinkel in Duitsland, Goya, Géricault en Delacroix in Frankrijk. Meesters op dit gebied waren Daumier en Gavarni. Tegen 1890 werd de litho een veel toegepaste techniek o.a. Toulouse Lautrec. In de 20ste eeuw zijn van belang Munch, Matisse, Corinth, Liebermann, Slevogt, Kollwitz en Chagall, zie negentiende eeuw – tweede helft – schilderkunst – Frankrijk - realisme.

< >