INDISCHE KUNST: INDISCHE SCHILDERKUNST
De meest volkse der beeldende kunsten was in Indië van oudsher de schilderkunst. Deze kunst wordt vermeld in de oudste literaire bronnen en haar oorsprong wordt in verscheidene legenden beschreven, bijvoorbeeld als volgt: om de overmoedige Apsara’s te beschamen schiep de wijze Narayana de schone nimf Urvashi
door haar omtrekken te tekenen met sap van de mangoboom. Een andere vertelling bericht dat een koning op bevel van Brahma een portret tekende van de gestorven zoon van een Brahmaan, waarna de god hem weer tot leven wekte. In beide gevallen werden mensen in contouren voorgesteld, om hun het leven te hergeven, dus met magische bedoeling. Een liefdespaar als koning Udayana en de door hem ontvoerde prinses Vasavadatta werd in het huis van de ouders ’in effigie’ getrouwd, nadat beider beeltenissen op een paneel waren getekend. Zulke voorbeelden wijzen er op, dat de kunstenaars beeltenissen uit hun geheugen tekenden. Maar er is
ook sprake van weergave naar het leven, bijvoorbeeld afbeeldingen van Boeddha, die vervaardigd werden door het omtrekken van zijn schaduw.
De kunstenaar moest dus over herscheppende fantasie beschikken en in staat zijn tot waarneming van het leven, maar er rustte op hem ook nog een derde taak: die van de ritmische en expressieve vormgeving. Daarom moest de schilder de wetenschap van de danskunst beheersen. Met de vele symbolische houdingen en
gebaren is deze kunst in Indië tot in onze tijd toe een wetenschap gebleven. De schilderkunst heeft met de dans gemeen het element van het tot leven wekken. De schilder moet figuren dusdanig kunnen schilderen dat het lijkt of ze ademen, de wind zó dat hij lijkt te blazen, het vuur zó dat het lijkt te flakkeren, de vlaggen zó dat ze lijken te waaien. De eerste en belangrijkste eis, die de Chinese kritiek aan een uitbeelding stelt is, de vormgeving van het ’chi-yün’, de ’weerklank van het leven’; in Indië werd iets dergelijks bedoeld met het woord ’cetava’, eveneens de essentie van een uitbeelding. Alle genres van de Indische schilderkunst, haar methoden en idealen, zijn neergelegd in de Visnudarmottaram, een verhandeling over de schilderkunst, die deel uitmaakt van de purana’s (poëzievorm in het Sanskriet), die in de Guptatijdverzameld werden.
door Prof. Dr. E. Diez.