Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Gepubliceerd op 27-01-2022

gotiek - beeldhouwkunst - beeldhouwwerk - verbreiding

betekenis & definitie

DE BEELDHOUWKUNST DER MIDDELEEUWEN:

VERBREIDING VAN DE GOTISCHE SCULPTUUR

De ’gotische’ sculptuur is ontstaan in een bepaald kunstmilieu. Haar nieuwe vormen waren gebonden aan de noord-Franse kathedralen. Aan het begin van de dertiende eeuw is haar ver-houding tot de andere (nog ’romaanse’) kunstmilieus van Europa te vergelijken met de positie welke twee eeuwen later de vroege Renaissance van Florence innam ten aanzien van de Gotiek van over de Alpen. De ontplooiing en de verbreiding over Europa van de ’gotische’ sculptuur vonden plaats doordat de vormen, die in noord-Frankrijk waren ontstaan, werden overgedragen naar veraf gelegen kunstmilieus van andere structuur. Telkens opnieuw was het samengaan van geïmporteerde vorm en lokale traditie het resultaat.

Frankrijk zelf, in gebieden ten zuiden van de Loire, geeft leer¬zame voorbeelden te zien voor dit proces van de verbreiding van de gotische vorm. De kathedraal van Poitiers heeft gotische figurenportalen, die in hun vorm volkomen van het noorden afhankelijk zijn. De techniek van de beeldhouwers is echter nog altijd dezelfde, die ter plaatse in de voor-gotische tijd was toegepast bij de bouw van Notre-Dame-la-Grande. De figuren zijn namelijk uit een aantal blokken in elkaar gepast. Deze manier van werken was in de west-Franse romaanse kunst gebruikelijk geweest, maar ze gaat lijnrecht in tegen de gotische begrippen. Verder in het zuiden, in Bordeaux, heeft de Saint Seurin een portaal, waarvan de beelden ongetwijfeld voorbeelden uit het noorden navolgen (Notre-Dame-de-la-Couture in Le Mans). Hel portaal bevindt zich echter tegen een gevel van romaans type (vgl. Echillais). De verbreiding van de gotische vormen en hun adaptatie in de lokale traditie gaan hand in hand. Hetzelfde blijkt, misschien nog duidelijker, buiten het Franstalige gebied.

door Dr. W. Sauerlander.

< >