(1853-1890), Nederlands schilder, tekenaar en graficus, aanvankelijk werkzaam in de kunsthandel van zijn oom Vincent te Den Haag (1896), vandaar overgeplaatst naar Parijs en in 1873 naar Londen; in 1876 naar Nederland terug, bereidt zich voor op het staatsexamen om theologie te kunnen studeren, maar gaat reeds in 1878 naar de Borinage als prediker, waar hij als zodanig mislukt. In 1880 gaat hij zich geheel aan de kunst wijden; van oktober 1880 tot april 1881 studeert hij te Brussel, daarna toeft hij tot december 1881 te Etten, waar zijn vader predikant is.
Vervolgens gaat hij naar Den Haag waar hij tot september 1883 bij zijn neef Anton Mauve studeert. Vandaar vertrekt hij na een breuk met Mauve en diens kring naar Drente en keert in december 1883 weer terug naar zijn vader, die nu in Nuenen (N.-Br.) staat. Hier blijft hij tot eind 1885. Na enkele maanden in Antwerpen te zijn geweest trekt hij in maart 1886 naar Parijs, waar zijn broer Theo in de kunsthandel werkzaam is. Hier leert hij veel impressionisten kennen. In 1888 trekt hij naar Arles. Steeds meer hindert hem zijn ziekte, die hem doet besluiten in een psychiatrische inrichting in Saint-Rémy zijn intrek te nemen. In juli 1890 beneemt hij zich het leven. Van Goghs œuvre omvat ruim 850 schilderijen en een evengrote hoeveelheid tekeningen, die alle binnen een bestek van ongeveer 10 jaar tot stand zijn gekomen. Behalve zijn schilderijen en tekeningen staat ook nog een ongelooflijk groot aantal brieven op zijn naam. Zijn werken zijn over de gehele wereld verspreid, zie negentiende eeuw – tweede helft – schilderkunst – Nederland; zie oostaziatische kunst – Japan – 18e eeuw.
