Kunstrichting vanaf omstreeks 1909, welke als doel had zich niet meer in musea en bibliotheken al te zeer door het verleden te laten beïnvloeden, maar zich op de toekomst te richten. De beweging werd voor het eerst door Marinetti in Parijs gepropageerd.
In Italië vond deze richting veel bijval bij ö.a. Boccioni, Carrä en Rustolo, welke met Balla en Severini spoedig een eigen manifest uitvaardigden, waarin zij o.a. de betekenis van het futurisme voor de schilderkunst omschreven. De schilderkunst moest de beweging van het moderne leven uitbeelden en in dit leven haar motieven zoeken: machine, technische ontwikkeling, snelheid enz. In 1912 vond de eerste tentoonstelling in Parijs plaats, die door vele steden in Europa trok. De Italiaanse futuristische beweging viel uiteen in 1915 bij het uitbreken van de oorlog in Italië, zie twintigste eeuw – eerste helft – schilderkunst - Italië.