Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

Gepubliceerd op 19-09-2019

passeren

betekenis & definitie

1 voorbij - of doorreizen, doorgaan, doorvaren enz.; overschrijden, te boven gaan; voorbijgaan, geen acht slaan op, afwijzen, weigeren te aanvaarden; voorvallen, gebeuren; aangenomen worden; door de beugel kunnen, aangaan; 2 doorbrengen, verdrijven; ~ voor iets, voor iets gehouden worden, gelden.

< >