Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

Gepubliceerd op 19-09-2019

monteren

betekenis & definitie

stijgen; de hoogte in gaan (opstijgen); op wekken, bezielen; van het nodige ter kleding voor de dienst voorzien (soldaten); bemannen (schip); van een opgetuigd paard voorzien (een ruiter); de delen van een machine ineenzetten; zetten, in een kas vatten (edelgesteenten); voorbereiden voor de opvoering (een toneelstuk); bijzetten (de verfkuip); cliché s op houten of metalen voet bevestigen; zich ~, zich opwinden.

< >