m. 1 Tartarenvorst; 2 herberg in t Oosten,
khanaat,
o. gebied of waardigheid van een khan.
khan-po,
m. opperpriester b. d. Thibetaanse geestelijkheid, ongeveer = R.K. bisschop.
khedive,
m. titel v. d. voorm. onderkoning van Egypte.
Kheh,
m. Chinees,
kiaathout, (Z. Afr.) o. teakhout.