m. voorstander van de homoeopathie of homoeopathische geneeswijze, bestaande in t aanwenden in zeer kleine hoeveelheid van zodanige middelen tegen een kwaal, welke bij een gezond mens juist die kwaal verwekken zouden (vgl. allopathie).
homoeoplastiek.
v. het overbrengen van organen van het ene individu op een ander van dezelfde soort.