m. mv. (Hebr.) eig. de armen, secte van tot het Chr. bekeerde Joden, ten O. v. d. Jordaan.
Hun beginselen zijn; armoede, vegetarisme, besnijdenis, sabhathviering, verwerping van offers en v. h. O.
T. en de leer dat Jezus niet wonderbaar was geboren, maar eerst bij de doop tot Messias was geworden.