Gepubliceerd op 11-11-2021

zwabber

betekenis & definitie

m. zwabbers, zwabbertje (1 scheepsdweil; 2 scheepsjongen, zwabberkapitein; 3 zwierbol, doordraaier):

1 de zwabber bestaat uit wollen lappen, aan de onderzijde van een rolronde steel gespijkerd;
2 hier, zwabber! riep de bootsman;
3 Jan is aan de academie een echte zwabber geworden;

nog: zegsw. aan de zwabber zijn, aan ’t zwieren, doordraaien.

< >