Gepubliceerd op 11-11-2021

zwaard

betekenis & definitie

I. o. zwaarden (1 blank, tweesnijdend wapen met recht, breed lemmet; 2 scheepst. ovaal, zwaar houten blad, ter rechter- of linkerzijde van kleinere riviervaartuigen, om het afdrijven of omslaan te beletten):

1 het zwaard aangorden, zich gereedmaken ten strijde; het zwaard in de schede steken, de strijd staken; met den zwaarde gestraft worden, onthoofd worden; iem. het zwaard over het hoofd zwaaien, zinnebeeldige handeling om iem. eerloos te verklaren; te vuur en te zwaard verwoesten, branden en moorden; fig. het zwaard der gerechtigheid, de wrekende gerechtigheid; zie D a m o c l e s, h o n g e r;
2 het schip dook aan de lijzijde zo diep in het water, dat het zwaard aan de loefzijde bovenkwam.

II. o. zwaarden; zie z w o e r d.

< >