zood of ziedde, h. gezoden (1 doen koken; 2 koken):
1. zeep zieden, zout zieden;
2. ziedende olie; zegsw. gezoden en gebraden, goed toebereid; fig. is dit w.w. zwak: ziedde, gezied: hij ziedde van toorn, kookte.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
zood of ziedde, h. gezoden (1 doen koken; 2 koken):
1. zeep zieden, zout zieden;
2. ziedende olie; zegsw. gezoden en gebraden, goed toebereid; fig. is dit w.w. zwak: ziedde, gezied: hij ziedde van toorn, kookte.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: