(zes maal tien), telw.,
1. bep. hoofdtelw.: de man wordt diep in de zestig; de zestig gepasseerd zijn; zegsw. ben je zestig, ben je niet recht snik?
2. rangtelw., zie zes; lees: sestig; deze uitspraak berust op de oudere vorm tsestig.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
(zes maal tien), telw.,
1. bep. hoofdtelw.: de man wordt diep in de zestig; de zestig gepasseerd zijn; zegsw. ben je zestig, ben je niet recht snik?
2. rangtelw., zie zes; lees: sestig; deze uitspraak berust op de oudere vorm tsestig.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: