Gepubliceerd op 11-11-2021

zemen

betekenis & definitie

I. zeemde, h. gezeemd (schapen- of geitenhuiden tot leder bereiden; de glazen of ruiten reinigen met een zeemleren lap).

II. bn. (van zeemleer): een zemen lap of doek.

III. zeemde, h. gezeemd (Z.-N. met honing bestrijken): zegsw. iem. de mond zemen (of: zeem aan de baard strijken), vleien.

< >