v. -s:
1. kamer, om in te wachten, voordat men wordt toegelaten: de wachtkamer van den dokter;
2. kamer, waarin reizigers wachten kunnen op het vertrek der treinen enz.: wij zullen u in de wachtkamer van het station opwachten;
3. kamer in het wachthuis voor de wacht: een sergeant zat in de wachtkamer.