Gepubliceerd op 11-11-2021

vrijheid

betekenis & definitie

v. -heden:

1. het vrij-zijn: het tegenovergestelde van slavernij, gevangenschap; onafhankelijkheid: vrijheid van religie, de vrijheid van het wetenschappelijk onderzoek; Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap, de leus der Franse revolutie; zijn vrijheid herkrijgen, uit de slavernij, de gevangenschap geraken; de burgerlijke vrijheid; (België: rechtst.) iems. vrijheid krenken; vrijheid van drukpers; de vrijheid van spreken, van vergaderingen;
2. vrijmoedigheid: geen vrijheid hebben om, verlof; het is hier vrijheid, blijheid; de vrijheid nemen om; volkst. vrij'igheid;
3. daad, die de gewone grenzen overschrijdt, soms ietwat ong.: zich vrijheden veroorloven; een dichterlijke vrijheid, vrijheid, die men zich veroorlooft bij het spreken of schrijven, ook: iets, dat in een gedicht, niet in proza geoorloofd is;
4. handvest, privilegie: de vrijheden der steden werden niet geëerbiedigd; 5. geschied. rechtsgebied: de intocht van Amalia van Solms 10 Sept. 1649 in de vrijheid van Turnhout; zie vrije (2).

< >