v. -en; het voorstellen, in verschillende bet. inz.:
1. afbeelding, nabootsing: zich geen (goede) voorstelling van iets kunnen maken, zich iets niet kunnen denken; zich een verkeerde voorstelling van iets maken; 2. opvoering van een toneelstuk: de voorstelling aan de Koningin; de voorstelling begint te 8 uur.